Groeten aan opa

De leerlingen van groep 8 denken hardop over wat kinderfilosofie kan zijn. Is het denken over kinderen? Denken over en met kinderen? Denken door kinderen over kinderen? Uiteindelijk spreekt M. het verlossende woord: wij kunnen óók denken over de kip en het ei!

Die dag is er geen computer verbonden met het grote scherm in de klas. De leerkracht van een paar lokalen verderop leent ons zijn verrijdbare witte bord.  De eerste groene stift vervang ik voor een tweede. Een leerling zegt: die doet het ook niet heel goed. Niemand suggereert dat ik de rode stift zal nemen. Ik kras door met vaag groen. Wat de kinderen vertellen – daarover schrijf ik. En af en toe veeg ik het bord schoon. Dat is bij een nieuwe denkronde.

Het negeren van de rode stift past goed, want er is geen goed en geen fout deze dag.De leerlingen vinden dat enigszins verwarrend. Het zijn snelle leerders, de leerlingen in deze klas. Kwartje na kwartje valt.

Op lesdagen waarin ik als invaller creatief schrijven en kinderfilosofie gezamenlijk aanbiedt varieert de balans tussen de twee werkgebieden. In deze Daltonklas ligt die balans voor het eerst 100% bij filosoferen.

De kinderen verkennen waarover ze willen spreken; ze leren beter naar elkaar te luisteren omdat de vingers niet meteen omhoog gaan; ze leren inhoudelijk en nadenkend op klasgenoten te reageren; ze formuleren zelf een verwerkingsopdracht. Daar heb ik niet naar hoeven vragen.

S. laat in een schematische tekening zien hoe zijn hersenen zijn arm aansturen tijdens het spelen van honkbal, en wat er vervolgens in gang gezet wordt. R. licht haar werkproces bij het maken van een denktekening toe, en vertelt wat ze daardoor ontdekt heeft.

Uiteindelijk, na schooltijd, komt P. naar me toe. Dat zijn opa houdt van het gedachtegoed van Spinoza. Of ik hem nog iets wil vertellen over deze denker. Blij loopt hij uiteindelijk het lokaal uit. Hij zal opa de groeten doen van juf.

Groeten aan opa